aan de slag
Bananenparfait
Zet een (bak)plaat klaar met daarop een stuk vetvrij papier. Doe de suiker en 3 eetlepel water in een pan met dikke bodem en zet op een laag vuur totdat de suiker is opgelost. Roer niet. Zet het vuur wat harder totdat er een donkere karamel ontstaat. Haal de pan van het vuur, roer er de hazelnoten door. Stort dit mengsel op de plaat en smeer uit tot ongeveer dezelfde dikte. Laat afkoelen.
Breek, als de karamel is afgekoeld, het blok in stukken en draai fijn tot de grote van broodkruimels in een foodprocessor. Heb je die niet, doe dan de brokken in een schone theedoek en sla er met een lege wijnfles op. Je hebt nu praline gemaakt.
Bekleed een langwerpige cakevorm, met een inhoud van 1,2 liter, met bakpapier. Prak de bananen met 1 eetlepel citroensoep.
Sla de slagroom lobbig. Klop de eiwitten stijf en roer er, in gedeeltes, de suiker door. Vouw voorzichtig de slagroom door het eiwit en dan de puree en het grootste gedeelte van de praline. Schep de boel in de cakevorm en zet minimaal een 3-4 uur in de vriezer.
Mousse au chocolat
Schaaf 20 g van de chocolade met een dunschiller, zodat je een soort vlokken krijgt. Zet apart in de koelkast.
Smelt de rest van de chocola au bain marie (in een bakje boven een pannetje kokend water) of in de magnetron. Houd apart.
Klop de eiwitten stijf. Je kunt controleren of deze goed is door de kom voorzichtig op de kop te houden. Als het eiwit blijft hangen dan is deze perfect. Roer er geleidelijk de suiker door.
Zodra de chocolade wat is af gekoeld, schep je (vouwen noem je dat) het voorzichtig door het eischuim, zodat je mousse lekker luchtig blijft.
Verdeel de mousse over vier glaasjes en versier met de chocoladevlokken. Zet tot serveren in de koelkast, minstens 2 uur.
De opmaak
Haal de parfait uit de vriezer en snijdt er, met een onder de kraan warm gemaakt mes, 4 plakken van 1,5 cm van. Snijdt de plakken diagonaal door en leg 2 driehoekjes op ieder bord. Verdeel de glaasjes chocomousse en macarons en decoreer het ijs met een paar blaadjes munt.